
Het Brabantse voetbal heeft een rijke historie vol prachtige elftallen, markante spelers en onvergetelijke trainers. In onze nieuwe rubriek Uit het archief blikken we terug op teams van weleer, ploegen die ons hebben geraakt, verrast of geïnspireerd. We willen de verhalen achter deze teams opnieuw tot leven brengen. Hieronder het verhaal van HZ’75, seizoen 2021.
Dertien jaar lang was ik trainer van het eerste elftal van HZ’75, uit het pittoreske Hooge Zwaluwe. Altijd statig onderin geposteerd, waar een overwinning werd gevierd alsof we zojuist olympisch goud hadden gewonnen. In die periode zakten we van de standaardklasse naar de reserveklasse. Het werd simpelweg te lastig om nog een representatief elftal op de been te brengen, met alle respect voor de houthakkers die hun uiterste best deden, maar het niveau was niet meer wat het moest zijn.
Na een paar leuke jaren in die reserveklasse diende zich ineens een frisse lichting jeugd aan. Jongens vol energie, die samen met een paar ervaren spelers uit het vriendenteam het plan opperden om weer een écht eerste elftal te vormen. De keuze was snel gemaakt. Het voelde als een nieuw avontuur.
En zoals altijd begint zo’n seizoen met bekerwedstrijden. Meestal krijg je dan veel te sterke tegenstanders. En wat rolt er uit de koker? Het naburige VCW uit Wagenberg. Een derby van jewelste. Maar ja, VCW speelde vierde klasse, wij waren net terug in de vijfde en hadden geen idee waar we stonden. Tot overmaat van ramp moesten we óók nog uit spelen… al voelt dat in Wagenberg eigenlijk net als thuis. Hooge Zwaluwe liep helemaal uit voor dit nieuwe debuut tussen de “grote jongens” in de kelder van het amateurvoetbal.
In de kantine ging het al over niets anders. “Zouden we de dubbele cijfers om de oren krijgen?” “Wie spelen er eigenlijk bij HZ’75?” Niemand wist het precies, maar de verwachting was niet al te hooggespannen.
De wedstrijd begon. De VCW grensrechter – tegenwoordig technisch manager bij FC Den Bosch – stond tijdens het vlaggen doodleuk Formule 1 te kijken op zijn telefoon. Ach, moet kunnen toch? Het bleef een tijdje 0-0, en toen gebeurde het: uit het niets werd het 0-1 voor ons! De bank ontplofte. Even later volgde een snelle uitval en daar was ook nog eens de 0-2. Wat een droomstart. Net voor rust kreeg VCW een penalty en kwamen ze terug tot 1-2. In de rust zei ik tegen de jongens: “We gaan zo door. Pak even je rust.” In de kleedkamer naast ons klonk ondertussen een oorverdovende tirade: hoe konden ze achterstaan tegen déze ploeg? Wij moesten er vooral hard om lachen.
De tweede helft begon en binnen twee minuten gaven we een schitterende steekbal: 1-3. VCW probeerde het wel, maar kreeg al snel ook de 1-4 om de oren. En toen kwam hét moment dat we nooit meer zullen vergeten. Onze aanvoerder Thijs, 42 jaar oud en de nestor van het elftal – een oude rottweiler tussen allemaal puppy’s – kreeg een hoge bal aangespeeld. Hij vloog door de lucht als een soort Cristiano Ronaldo, een adelaar bijna, en leek daar in mijn herinnering minstens een minuut te blijven hangen. Hij kopte de bal snoeihard tegen de touwen: 1-5.
Tien minuten voor tijd beseften we pas echt wat er gebeurde. De voorzitter sprong me om de nek, pure euforie. Zo trots als een aap met zeven staarten verlieten we het veld, overladen met complimenten van het halve dorp (oké, Hooge Zwaluwe is niet zo groot, maar tóch). De blik in de ogen van de supporters was goud waard: mensen die normaal niet verwend worden met successen, zagen eindelijk eens iets om trots op te zijn.
Na afloop plunderden we eerst de drankvoorraad van de VCW-kantine, om daarna door te trekken naar “Bij Bas”, het lokale zondagse restaurant, waar het halve dorp zich verzamelde om dit wonder te vieren. Tegen sluitingstijd – rond half elf – werden we vriendelijk maar beslist naar buiten gezet. Dat weerhield ons er niet van om onderweg nog willekeurig bij deuren aan te bellen om te vertellen wat voor mirakel er in Wagenberg was gebeurd. Of iemand ons nog kon verstaan? Geen idee. Maar de boodschap was duidelijk: HZ’75 had een klein voetbalwonder verricht.
En zo leefden we nog lang en gelukkig…
El Entrenador in ruste
Bron: voetbalbrabant.